Site Overlay

Haren van prooidieren

Haren van prooidieren

Vrijwel elke drol van een wolf bevat haren. Deze worden niet verteerd en komen ogenschijnlijk onveranderd uit het achtereind van een wolf. Wanneer de rest van de drol is weggespoeld door de regen kunnen de haren nog maandenlang blijven liggen. Zijn de haren van een wild zwijn, dan blijven die soms nog lang in elkaar verstrengeld en is de vorm van de verse drol nog goed herkenbaar.

Haren

Haas

Op de foto’s hierboven zijn haren van hazen te zien. In sommige gebieden, met name veengebieden, komen veel hazen voor. Daar maken ze dan een groot deel uit van het dieet van een wolf. Het wolhaar van een haas is wit. Van een konijn is deze grijs. De dekharen zijn donker met aan het eind een lichtgekleurd geler deel. In wolvendrollen kunnen de kleuren moeilijk zichtbaar zijn. Het haar is vooral fijn waardoor het van andere prooidieren onderscheiden kan worden.

Hertachtigen

Haren van hertachtigen hebben een lichte kronkel. Ze zijn hol van binnen en breken of knakken makkelijk in scherpe hoeken wanneer ze gebogen worden.

Schaap

Er zijn diverse schapenrassen die allemaal anders van kleur zijn maar meestal is schapenhaar lichtgekleurd en krullerig van vorm.

Moeflon

De moeflon is een schapensoort die van nature in bergachtige gebieden voorkomt. De haren lijken in het geheel niet op de haren van andere schapenrassen. De haren van moeflons lijken eerder op die van hertachtigen. Ze zijn lang en hebben een fijne kronkel. Net als de haren van hertachtigen breken ook de haren van moeflon af zodra ze te ver doorgebogen worden. Let op de grovere kronkel vergeleken met de haren van hertachtigen.

Wild zwijn

De haren van wilde zwijnen zijn lang, stug en donker. De uiteinden zijn vaak gespleten, soms zelfs als een borstel. Met een stokje zijn de haren in de uitwerpselen makkelijk te testen op de stugheid. Ze breken in elk geval niet af, zoals de haren van hertachtigen.

Voorbeelden

Op de foto een drol met daarin de haren van twee verschillende soorten prooidieren. Onder A zijn enkele donkere, lange en dikke haren te zien van een wild zwijn. Links van de letter B zijn plukken reeënhaar te zien. Deze zijn grijs, wat erop wijst dat deze drol in de winter is gefotografeerd, omdat de vacht van een ree dan meer grijstinten heeft dan in de zomer wanneer de vacht roodbruin is.

Deze haren vind ik gelukkig maar zelden, dit is het wolhaar van een schaap. Ikzelf heb slechts tweemaal een drol gevonden met schapenhaar, beide keren in Duitsland.

Een oude drol vol met haar van een hertachtige. Omdat deze haren niet in elkaar vervlochten zijn, is de vorm van de verse drol niet meer herkenbaar. Echter, de hoeveelheid haar op een kleine plek samen met de flinke botsplinters maken duidelijk dat dit een oude wolvendrol moet zijn.